Op 17 mei 1814 kreeg Noorwegen in het plaatsje Eidsvoll zijn grondwet. Als voorbeeld voor de Noorse grondwet gold de grondwet van de Verenigde Staten van Amerika. Pas in 1905 werd de Unie met Zweden opgeheven en werd Noorwegen een autonome, constitutionele monarchie. Het koningschap heeft in Noorwegen een symbolische functie, maar dankzij de vroegere koningen Haakon en Olav en de huidige koning Harald is het koningshuis heel populair bij de Noorse bevolking. Het parlement bestaat uit een kamer met 165 afgevaardigden. De afgevaardigden van het parlement worden net als in Nederland om de vier jaar gekozen.